Er is een land,
Hier heel dichtbij
met bos en hei, en bloemenwei
De elfen daar, en dieren ook
Ze leven zij aan zij
De bomen groeien tot in de lucht,
Het is er stil, je hoort geen zucht
De bloemen geuren, en zijn parmant
Daar in ’t Verscholen Land
En op een dag zal ik er komen,
want de vlinders wijzen mij de weg
‘t Land zo mooi als in mijn dromen
En 'k ga dan nooit meer weg
Maar tot die tijd moet ik nog dwalen,
Over stad en land, langs steeg en heg
’t land dat ligt heel diep verscholen, maar ik vind de weg