De reis van het Water

de dubbele les, regendruppels, regen in bos. regen in het verscholen land

regen in het Verscholen Land

Ranonkel gaapt.

Foei, wat is de les saai vandaag! Dromerig kijkt ze vanonder het dikke boombladerdak naar buiten.

Dikke regendruppels petsen onophoudelijk uiteen op de bladeren en op het groene mos.

Jammer dat het nu regent, bedenkt ze, ik had zo graag na school naar buiten willen gaan om met de jonge vosjes te gaan spelen. Die zullen nu wel lekker diep onder de grond blijven met dit weer.

Weer gaapt Ranonkel terwijl ze haar hand voor haar mond houdt.

Maar koningin Leliehart heeft het toch gezien.

‘Wat is er, Ranonkel, vind je het niet interessant genoeg vandaag?’

In haar ogen is een geamuseerde twinkeling te zien die Ranonkel ontgaat.

de dubbele les, waterlelie aan de vijver, water, waterlelie

één van de waterelfen speelt met de waterlelies

‘Kijk uit!’ fluistert Zilverling, ‘dadelijk laat je ze schrikken!’

Fuut stopt verschrikt midden in haar beweging.

Bewegingloos staat ze aan de waterkant, op één been balancerend en met één arm uitgestrekt naar het water.

Ze probeert verwoed haar evenwicht te houden terwijl ze haar adem inhoudt.

Maar het mandje aan haar arm schommelt nog en dan gebeurt het al: ze verliest haar evenwicht en met veel geraas en met een hoge gil kiepert ze voorover de vijver in.

Proestend komt ze weer boven terwijl er kleine eendenkuikens alle kanten uitstuiven en de eenden ouders luid snaterend weg zwemmen.

Zilverling staat te schateren aan de rand van de vijver maar Fuut kan er zo één twee drie de lol niet van inzien.

de dubbele les, winter, garden, snow‘Mam! Pap! Het heeft gesneeuwd, het heeft gesnééuwd!’’

Opgewonden rent Rick de slaapkamer van zijn ouders op. Zijn vader Theo knippert met zijn ogen en komt overeind in bed, maar zijn moeder Susan kreunt en trekt het dekbed over haar hoofd.

‘Neeee, zo koud, zo kóud…’ horen ze gesmoord onder de dekens.

Theo klopt op de grote bult onder het dekbed en zegt; ‘stil maar, liefje, ik ga eerst koffie voor je maken’, komt dan overeind en stapt het bed uit.

Rick is ondertussen terug gerend naar zijn kamer en komt seconden later langs een verbaasde Theo gedenderd.

‘Nero! Nero!! Kom dan jong, kom mee, naar buiten, het heeft gesneeuwd!!’

De hond komt hem al kwispelend tegemoet en terwijl Rick zijn jas nog probeert dicht te ritsen vallen ze allebei al naar buiten, Rick zonder muts en Nero zonder riem.

Buiten is het stil, zo stil, alsof de sneeuw al het geluid heeft opgezogen.

Nero kijkt naar zijn poten, die in de natte sneeuw staan. Het lijkt even alsof hij eerst  moet verwerken dat de grond nu heel anders aanvoelt dan gisteren.

Maar dan begint hij opeens te rennen en te springen en hapt hij in de sneeuw.