Dit hoofdstuk mag vermenigvuldigd worden en uitgedeeld, mits de auteur en bronvermelding wordt genoemd. https://hetverscholenland.nl | wendy@differentperspective.nl | Wendy Ebus

| 3 | IJskristallen

‘Mam! Pap! Het heeft gesneeuwd, het heeft gesnééuwd!’’

Opgewonden rent Rick de slaapkamer van zijn ouders op. Zijn vader Theo knippert met zijn ogen en komt overeind in bed, maar zijn moeder Susan kreunt en trekt het dekbed over haar hoofd.

‘Neeee, zo koud, zo kóud…’ horen ze gesmoord onder de dekens.

Theo klopt op de grote bult onder het dekbed en zegt; ‘stil maar, liefje, ik ga eerst koffie voor je maken,’ en komt dan overeind en stapt het bed uit.

Rick is ondertussen terug gerend naar zijn kamer en komt seconden later langs een verbaasde Theo gedenderd.

‘Nero! Nero!! Kom dan jong, kom mee, naar buiten, het heeft gesneeuwd!!’

De hond komt hem al kwispelend tegemoet en terwijl Rick zijn jas nog probeert dicht te ritsen vallen ze allebei al naar buiten, Rick zonder muts en Nero zonder riem.

Buiten is het stil, zo stil, alsof de sneeuw al het geluid heeft opgezogen.

Nero kijkt naar zijn poten, die in de witte sneeuw staan. Het lijkt even alsof hij eerst moet verwerken dat de grond nu heel anders aanvoelt dan gisteren.

Maar dan opeens begint hij te rennen en te springen en zo nu en dan hapt hij in de sneeuw.

 

Rick kijkt vol bewondering naar hun tuin, die er nu sprookjesachtig uitziet en zucht diep. Maar dan springt Nero tegen hem op en Rick valt languit achterover in de sneeuw. De hond likt door zijn gezicht en rent weer uitgelaten weg en Rick krabbelt lachend overeind.

Hij graait met twee handen door de losse sneeuw terwijl Nero in vliegende vaart weer op hem afrent. Vlak voordat Nero tegen hem op wil springen gooit Rick een lading sneeuw over hem heen. De hond staat direct stil, schudt verwoed met zijn hoofd en hapt naar de rondvliegende sneeuw.

Rick schaterlachten zegt tegen zijn hond:; ‘Daar heb je niet van terug hè, jongen!’

Péts! Op datzelfde moment landt er een flinke sneeuwbal in Ricks nek en kruipen er ijskoude sneeuwvlokken langs zijn kraag onder zijn jas.

Theo staat bij de voordeur en grijnst: ‘Daar heb je niet van terug hè, jongen!’

 

Maar lang kan Theo niet blijven nagenieten van zijn voltreffer, want met een uitgelaten kreet begint Rick als een razende sneeuwballen te gooien naar zijn vader. Theo rent zo snel hij kan naar het muurtje achter in de tuin. Hij hurkt daar zo goed en zo kwaad als het gaat met zijn lange lijf achter en zet een tegenaanval in.

Nero rent tussen hen beiden op en neer, opgewonden happend naar de laag overvliegende sneeuwballen.

Na een paar minuten roept Theo: ‘Stop! Wapenstilstand?!’ en hij komt met een rood hoofd overeind vanachter het muurtje in de tuin.

Péts!

‘Voltreffer!!’ juicht Rick, en direct daarachteraan, heel plechtig: ‘OK, wapenstilstand.’

Grinnikend nemen ze elkaar even op, allebei met rode wangen, allebei met natte broekspijpen en met sneeuw plekken op hun jassen.

Ze staan nog wat na te hijgen, net als Nero, die nu afwachtend van de één naar de ander kijkt.

Theo kijkt om zich heen.

‘Mooi hé,’ verzucht hij, terwijl hij met een weids gebaar de hele besneeuwde tuin omvat.

‘Wat ziet de wereld er anders uit met een laag sneeuw erop, hé?’

Dan schiet Rick iets te binnen.

‘Zou de vijver dichtgevroren zijn, denk je?’

Theo kijkt bedenkelijk.

‘Nou nee, dat zal nog wel even duren, want die is best diep. Maar kijk hier, het water in het de drinkbakje voor de vogels, dát is wel al ijs geworden.’

Rick loopt naar zijn vader toe en samen buigen ze zich over het bakje.

‘Oh, kijk, er hangen zelfs ijspegeltjes aan,’ zegt Rick, ‘en ooh, kijk hier…’

Voorzichtig komt hij nog dichterbij. ‘Hier zitten echte ijskristallen op het ijzer. Goh wat mooi.’

‘Wacht, ik heb een idee, blijf even hier, ik ben zó terug.’

En met die woorden holt zijn vader op een sukkeldrafje terug naar binnen om even later met een zaklamp en een loep terug te komen.

Hij gaat weer naast Rick staan en schijnt met de lamp op de bevroren kristallen.

‘Kijk nou eens door de loep naar de kristallen, maar let op dat je ze niet aanraakt, want dan breken ze af.’

 

Rick drukt het loepje tegen zijn oog en buigt zich weer heel langzaam voorover. Eerst ziet hij niets, dan alleen wat wazige plekken, maar dan: verrast houdt hij zijn adem in.

Onder zijn loep ontvouwt zich nu een prachtig schouwspel van onwijs mooi gevormde kristallen, die bij elke beweging van de zaklamp een heel spectrum van allerlei kleuren laten zien. Ze vormen samen één groot geheel, elk kristal perfect gevormd, de één nog mooier dan de andere.

‘Mooi he’, zegt Theo, en je hoort aan zijn stem dat geniet van de verrassing van Rick.

Rick laat de loep zakken en kijkt zijn vader verbaasd aan.

‘Het lijkt wel alsof er een hele wereld zit verborgen in die ijskristallen, wat gaaf!’

‘Ik zal je straks eens een boek laten zien, met foto’s van de kristallen van bevroren waterdruppels.’

‘De schrijver van dat boek komt uit Japan en hij heeft verschillende proeven gedaan met water. Reuze interessant. Ik heb het boven ergens liggen. Denk ik.  Hmmmm.’

Nadenkend staart zijn vader even voor zich uit.

‘Of had ik het uitgeleend? Of heb ik dat boek op de universiteit liggen?’ Peinzend staat hij stil.

Dan klaart zijn gezicht op.

‘Mama weet vast wel waar het ligt.’

 

‘Jongens, kom naar binnen,’ klinkt dan de vrolijke stem van Ricks moeder door de tuin. ‘We kunnen gaan eten!’

Rick en Theo draaien zich om, maar Nero is al naar binnen gestoven.

‘Há,’ zegt Rick lachend, ‘sneeuw of geen sneeuw, eten is het belangrijkste dat er is, nietwaar Nero?’ en hij holt zijn hond achterna naar binnen.