Kronkel Wonkel
Bij dit spel heb je een lang touw nodig, liefst een touw van 50 meter. Dat moet ook een echt touw zijn dat je goed kunt vasthouden in je hand en dus geen garen van een garen klosje of zo.
Vraag of een volwassene met je meegaat en zoek ergens een stuk natuur waar een aantal bomen en struiken zijn. Liefst in een bos of zo, maar gewoon ergens een plantsoen of een park kan ook. Het fijnste en het spannendste is het wanneer het er ook echt stil is.
Knoop het begin van het touw vast aan een boom, ter hoogte van je arm.
Dan neem je de rest van het touw en zet je een parcours uit, tussen de bomen en de struiken door. Je slingert het touw om boomstammen, langs de grond, dan weer een beetje omhoog, langs een kleine kuil in de grond, of dwars over een pad heen.
Je zorgt ervoor dat het touw wordt gespannen over verschillende soorten ondergrond, als dat gaat: zand, gras, dennenaalden, mos, asfalt, takken, bladeren enzovoort.
Zorg ervoor dat het wel een veilige tocht gaat worden wanneer je het touw moet volgen. Dus let erop dat je uit de buurt blijft van brandnetels, braamstruiken en uitstekende takken.
Aan het eind gaat iemand staan wachten. Zorg ervoor dat tussen het eindpunt en die persoon geen obstakels zijn.
Cool!
Die persoon gaat wanneer er iemand het eindpunt van het touw heeft bereikt, die persoon naar zich toe lokken door alleen maar een geluid te maken, bijvoorbeeld door in zijn handen te klappen.
Als iemand de eind persoon heeft bereikt, dan is het parcours klaar.
Als je touw gespannen is, dan leidt je iemand geblinddoekt naar het begin van het touw.
Je legt hem of haar de volgende spelregels uit:
- Je houdt met één hand de hele tijd het touw vast en je voelt met je andere hand de hele tijd vóór je uit
- Je gebruikt je voeten om al schuifelend de grond te verkennen
- Je luistert zo goed als je kunt om te horen waar je je bevindt
- Je probeert he-le-maal geen geluiden te maken of te praten
- Als je het te akelig vindt om het touw te volgen zonder te kunnen kijken dan mag je zo nu en dan even stoppen en onder je blinddoek vandaan piepen om te zien waar je bent.
- Aan het eind van het touw gekomen laat je het touw los, en dan loop je zonder te kijken en zonder touw naar de persoon die in de buurt van het eindpunt staat. Die kan dan bijvoorbeeld in zijn handen klappen zodat je weet welke richting je uit moet lopen.
Denk eraan dat dit een best spannende oefening is: juist de stilte rondom je maakt het erg spannend.
Zorg ervoor dat het voor iederéén leuk is, dus niet alleen voor de braniemakers onder je klasgenoten of je vrienden.
Als iemand het parcours heeft gelopen dan wil hij of zij misschien daarover vertellen; zorg ervoor dat dat pas gebeurd als iedereen al is geweest!
.